Operatie aan een vernauwde liesslagader

Bij een operatie aan een vernauwde liesslagader schraapt de chirurg de binnenwand van de slagader schoon. Dit gebeurt om de plaque (aanslag) die aan de vaatwand zit te verwijderen. Het doel van deze operatie is om de doorbloeding van het been te verbeteren. Een operatie om de liesslagader schoon te maken noemt men een endarteriëctomie.

Verloop van de operatie

Voor een operatie aan de liesslagader is de patiënt enkele dagen opgenomen in het ziekenhuis. De ingreep vindt plaats onder algehele verdoving (narcose).

De chirurg maakt eerst een snee in het been ter hoogte van de vernauwing of verstopping. De verstopte of vernauwde slagader wordt geopend en de plaque wordt uit de slagader verwijderd. Daarna wordt de slagader weer dichtgemaakt. Hierbij wordt vaak een patch gebruikt. Dat is een soort dakje gemaakt van een eigen ader of van kunststof. Door het gebruik van een patch wordt de slagader op die plaats wat wijder.

Resultaat van de behandeling

Na de operatie is het direct merkbaar dat de doorbloeding verbeterd is. Het succes van de behandeling op langere termijn hangt af van de mate waarin de slagader open blijft. Of de slagader op lange termijn open blijft, hangt voor een groot deel af van de leefstijl van de patiënt. Vooral het stoppen met roken is belangrijk.

Zie ook: Risicofactoren voor hart- en vaatziekten

Complicaties

Iedere operatie brengt het risico op een complicatie met zich mee. Denk hierbij aan een (na)bloeding, een wondinfectie, trombose of longembolie. Bij een operatie aan een slagader zijn daarnaast ook specifieke complicaties mogelijk.

• Een afsluiting van de geopereerde slagader. Dan is het nodig om opnieuw te opereren.
• Een bloeding uit de geopereerde slagader. Het kan dan nodig zijn om opnieuw te opereren.
• Vochtophoping in de lies of het onderbeen. Dit is hinderlijk, maar verdwijnt doorgaans vanzelf. Vaak draagt de patient tijdelijk een dunne steunkous om het vocht in het been zoveel mogelijk te beperken.
• Veranderd huidgevoel/ gevoelloosheid rondom het litteken. Dit herstelt meestal vanzelf.
• Een weinig voorkomende maar ernstige complicatie kan ontstaan doordat tijdens de operatie een stolseltje of stukje vaatkalk losraakt. Dit kan tot gevolg hebben dat een bloedvat verderop wordt afgesloten waardoor er geen doorbloeding van het achterliggende weefsel meer mogelijk is. In het ergste geval kan amputatie van tenen, voet of been het gevolg zijn.